De Sinterklaas periode is weer aangebroken! Tijdens de kringmomenten zijn er genoeg leuke activiteiten om met je leerlingen uit te voeren. Hieronder beschrijf ik een aantal taal kringactiviteiten.
Werken met voorwerpen
Verzamel een aantal spulletjes rondom Sinterklaas. Je kan van tevoren je leerlingen ook vragen om spulletjes mee te nemen.
* Leg je verzamelde voorwerpen op tafel en benoem de spullen één voor één. Vervolgens laat je één van je leerlingen buiten de klas wachten. Een andere leerling pakt een voorwerp van tafel en verstopt deze. Daarna kan de leerling, die buiten op de gang stond, weer binnen komen en bekijkt vervolgens welk voorwerp is weggehaald. Dit kan je een aantal keer herhalen.
* Leg je verzamelde voorwerpen op tafel en bedek dit met een doek. Kies een leerling uit en laat deze aan een voorwerp voelen. Je kan er voor kiezen om de leerling het voorwerp te laten beschrijven, maar je kan de leerling ook alleen laten voelen en dat het vervolgens moet ‘raden’ welk voorwerp het was.
– Variatie: doe de voorwerpen in een jutezak en laat ze in de zak voelen.
* Leg je verzamelde voorwerpen op tafel (of in een jutezak) en laat de leerlingen rijmen. Je kan dit ook heel goed combineren met de eerder beschreven activiteiten.
* Leg je verzamelde voorwerpen op tafel en laat de leerlingen voorwerpen uitzoeken die bijvoorbeeld beginnen met de letter s. Dit kan je natuurlijk ook met andere letters uitvoeren.
* Leg je verzamelde voorwerpen op tafel (of in een jutezak) en laat je leerlingen de spullen classificeren. Welke voorwerpen horen bij de Sint en welke bij Zwarte Piet, etc.
* Leg een hoepel op tafel en leg hierin de verzamelde voorwerpen. Laat één leerling buiten de klas wachten. Een andere leerling wijst één voorwerp aan en dit is het voorwerp dat de naam ‘Sint’ krijgt. Zodra het voor iedereen duidelijk is om welk voorwerp het gaat, kan de leerling, die op de gang stond, weer binnen komen. Die leerling pakt één voor één een voorwerp uit de hoepel en telt de gepakte voorwerpen. Zodra de leerling de aangewezen voorwerp wil pakken (of daadwerkelijk optilt) roepen de andere kinderen ‘SINT’. De leerling die de voorwerpen één voor één aan het pakken was, moet dan direct stoppen met tellen. Hierna kunnen de voorwerpen weer in de hoepel en kan het spel opnieuw beginnen. De leerling die de meeste voorwerpen heeft kunnen pakken, heeft dan gewonnen.