Je kunt de materialen op meerdere manieren inzetten:
X Bespreek de woorden op de zakken en laat de kinderen, zonder dat zij de pepernoten al gezien hebben, alvast wat rijmwoorden bij deze woorden bedenken. Geef elk kind een pepernoot en leg de zakken verspreid in de klas of vooraan in de klas neer. De kinderen kunnen in het midden van de kring rondlopen en met elkaar uitwisselen of hun woorden op elkaar rijmen. Op een signaal moeten de kinderen bij de juiste zak gaan staan. Kloppen de pepernoten? Kunnen ze nu samen de zakken vullen met de juiste pepernoten?
X Bespreek de woorden op de zakken en leg deze goed zichtbaar neer. Leg de pepernoten in het midden van de kring neer. Kunnen de kinderen ontdekken welke pepernoten bij welke zak horen?
Tag: Kringactiviteit Sinterklaas
Thema Sinterklaas | Kringactiviteit met patronen
Tijdens het thema Sinterklaas wilde ik een kringactiviteit met betrekking tot het herkennen en maken van patronen. Opeens had ik allemaal ideeën. Hieronder beschrijf ik mijn rekenactiviteit met patronen. Misschien kan ik met deze blog nog iemand anders inspireren tot het uitvoeren van een rekenactiviteit.
Thema Sinterklaas | kringactiviteiten rekenen
Werken met pepernoten (kan ook met schuimpjes, etc.)
* Leg een (groot) aantal pepernoten op tafel en laat je leerlingen groepjes maken met de pepernoten. Zo kun je de leerlingen bijvoorbeeld vragen hoeveel pepernoten je uit de zak moet halen om alle kinderen één pepernoot te kunnen geven. Als je een aantal pepernoten op tafel hebt gelegd, kun je één van de leerlingen vragen om het voor je te verdelen over de kinderen.
* Leg bijvoorbeeld 10 pepernoten op tafel en laat deze verdelen in bijvoorbeeld groepjes van 2. Hoeveel groepjes hebben we nu gemaakt? Hebben we de pepernoten eerlijk verdeeld of houden we over?
* Maak met de pepernoten 2 groepjes en vraag je leerlingen waar meer, minder of evenveel ligt? Dit kan je met verschillende hoeveelheden doen. Vraag je leerlingen ook waarom ze denken dat er bij die ene meer/minder ligt dan bij de ander. Hoe zie je dat? Laat ze vervolgens de pepernoten tellen.
* Leg bijvoorbeeld 10 pepernoten op tafel en tel samen met de leerlingen hoeveel pepernoten er op tafel liggen. Iemand (jij?) bent een snoeppiet en vindt pepernoten enorm lekker. Je ‘eet’ bijvoorbeeld 2 pepernoten op, maar hoeveel liggen er eigenlijk nog? Je kunt bijvoorbeeld de vraag stellen: ‘Wie weet hoeveel pepernoten er nu nog liggen?’
– Tip: laat je leerlingen de ogen sluiten.
* Leg bijvoorbeeld 6 pepernoten op tafel en vraag je leerlingen of je deze pepernoten eerlijk kunt verdelen over bijvoorbeeld 2 kinderen. Hoeveel krijg ieder dan?
* Haal een aantal pepernoten uit de zak (liefst niet meer dan 10 tenzij je de telrij tot 20 wilt oefenen) Tel samen met de leerlingen hoeveel pepernoten er op tafel liggen. Leg van te voren ook getal kaartjes of deze (de handjes) kaarten op tafel. Nadat de pepernoten geteld zijn, kun je je leerlingen vragen of ze ook het juiste kaartje weten te vinden bij dit aantal. Als er bijvoorbeeld 7 pepernoten liggen, moeten ze het kaartje met het getal 7 of 7 vingers weten te vinden.
* Juf Sanne heeft deze mooie kaarten met pepernoten gemaakt. Print deze kaarten uit en lamineer ze (blijven ze mooi!), zodat je ze op tafel kan leggen en je je leerlingen kunt vragen of ze twee kaarten kunnen vinden die evenveel zijn. Klopt het? Als het klopt mag de leerling deze kaarten ‘houden’. Je kunt dit net zolang spelen totdat alle kaarten op zijn.