Enkele suggesties voor het gebruik van de woordkaarten:
X hang een set in de schrijf/leeshoek. De kinderen kunnen de woorden naschrijven of na leggen op een magnetische letterdoos.
X bespreek met de kinderen de woordkaarten. Leg vervolgens de woordkaarten en twee hoepels in het midden van de kring. De ene hoepel is bijvoorbeeld bedoeld voor de landdieren en de andere hoepel voor de waterdieren. Laat de kinderen de woordkaarten die bij elkaar horen in dezelfde hoepel leggen.
X speel met de kinderen het spel ‘wie ben ik?’.
X gebruik de woordkaarten bij de thematafel.
X plak enkele woordkaarten (bijvoorbeeld giraf, krokodil, …) op een groot vel wit papier. Laat de kinderen bij elke woordkaart kernmerken noemen en schrijf deze erbij.